Leven met dubbelzinnigheid en het Syndroom van Asperger
Het is zo dubbelzinnig, mijn vrijwillige bijdrage aan deze website terwijl ik er geen tijd voor zou hebben.
Mijn energie zou moeten zetten in dingen die belangrijker zijn.
Opruimen omdat het zorgt voor rust.
Rust wat weer kan leiden tot orde en innerlijke stilte.
Stilte wat leidt tot zwijgen waardoor ik lijk te genezen.
Kortom… dubbelzinnig.
Zo dubbelzinnig als deze eerste alinea is, zo dubbelzinnig lijkt soms ook mijn leven.
Het begon exact 22 jaar geleden in een Fries dorpje.
Een dorpje in het hoge Noorden.
De eerste jaren leken voorspoedig te gaan.
Een klein lief mannetje met schattige bolle wangetjes die gek was op zijn ouders en zusje.
Tot dat moment leken er geen problemen te zijn, ook al was ik wat verlegen, toch bleek ik aardig mee te kunnen komen.
Alleen, naarmate ik ouder werd kwamen er signalen dat er ingegrepen moest worden.
In groep vijf werd er een deur opengezet die nog lang niet gesloten zou worden, blijkt nu….
Des te meer de jaren verstreken, des te duidelijker het werd dat ik anders was.
Het altijd zo vriendelijke mannetje, met die mooie bolle wangetjes bleek in groep vijf te veranderen.
‘Hij werd gauw kwaad, kreeg tics, kreeg “dwang dingen” en kreeg ook moeite met leren.
Hij was ontzettend bang voor de dood en had allerlei rare gedachten.’
Daarnaast werd ik voor de eerste keer overspannen en kwam via hulpverleningsinstanties terecht bij het RIAGG.
In groep zes kwam er iemand thuis om te praten of het niet beter was mij naar het speciale onderwijs te sturen.
Gelukkig gebeurde dit niet.
In plaats daarvan kreeg ik in groep zeven en acht de lesstof van groep zes.
Tot aan die groep liep ik bij het RIAGG.
Op dat moment was ik te oud voor de jongste gespreksgroep en te jong voor de oudste gesprekgroep.
Dit resulteerde erin dat men geen diagnose kon geven.
Er werd gezegd dat ik van iedere bladzijde, van de encyclopedie, een stukje had.
Destijds leek het de leraar uit groep acht ook beter niet op de nieuwe school bekend te maken dat ik een psychisch verleden had.
Want, wanneer men een stempel heeft, raakt men deze niet meer kwijt.
Na de basisschool ging de ellende verder.
Ik was anders, anders in de zin van mijn gedrag, doen en laten en de sociale interactie.
Ik werd bestempeld als heethoofd, iemand die gauw op de teentjes was getrapt en gauw op de kast was te krijgen door één simpele opmerking.
De eerste twee jaren van de middelbare school waren letterlijk en figuurlijk ‘pest’ jaren.
Dag in dag uit kwam ik moedeloos thuis omdat ze mij altijd als mikpunt van hun lol moesten gebruiken.
Daarentegen had ik weinig tot eigenlijk geen vrienden.
Toch speelde de dubbelheid al een grote rol, namelijk, nu had ik alle tijd voor het leren wat er toe leidde dat ik achten, negens, en zelfs tienen haalde op mijn rapporten.
Voor een leerling op het VMBO resulteerde dit ertoe dat ze mij nog meer gingen haten en ze me nog meer dwars gingen zitten.
Naast alle goede cijfers was ik ontzettend slecht in gym en kon niet eens fatsoenlijk een bal vangen…
De eerste twee jaar gleden langzaam voorbij.
Als studiekeus koos ik de richting VMBO Economie waarna ik de keus maakte voor de beveiliging.
Dit bleek het helemaal te zijn, dacht ik.
Leuke dingen om te leren met daarna een variërende baan.
Leuke dingen om te beleven en iets aan de maatschappij bijdragen.
Wist ik veel dat het anders uit zou pakken.
Dus met volle moed begon ik aan de beveiligingopleiding die ik met succes afrondde.
Daarna begon ik met een vervolgopleiding die hier helemaal op aansloot.
Ook deze rondde ik af, waarbij ik slaagde als de enige van de destijds zeventien leerlingen.
De opleiding waar 2 jaar voor stond, rondde ik af in 3 maanden.
Ook ik bleek één van de gelukkigen te zijn die nog veel certificaten erbij mocht halen wat mijn kans op de arbeidsmarkt zou vergroten.
Die kennis bleek mooi meegenomen.
Toch, toch bleek het hele ‘beroep’ hoe ik het mij had voorgesteld heel anders te zijn.
Want, tijdens de opleiding en ook in de rest van mijn leven bleek ik op het sociale vlak vaak te kort te schieten.
Ik dacht dat ik erg stoer was en dat niets me wat kon schelen, achteraf bleek dit toch een verkeerde houding te zijn.
Helaas liep ik voor de zoveelste keer met mijn neus tegen de muur toen ik uiteindelijk echt de praktijk in ging.
Na een sollicitatie op een functie waarvoor ik werd afgewezen, kreeg ik, nadat ik een wederreactie had gedaan toch een baan bij diezelfde werkgever, maar dan wel in een andere functie.
Die functie bleek op dezelfde plek te zijn als waar ik eerder stage had gelopen.
Erg dubbelzinnig, omdat ik na mijn stage hier graag wilde werken.
Eigenlijk een mooi begin direct na mijn studie.
Ik haalde in diezelfde periode mijn rijbewijs, kon lekker sparen en potte zo aardig wat geld op.
Totdat mijn eerste tussenbeoordeling kwam, een beoordelingsgesprek.
Daar kreeg ik te horen dat ik niet helemaal voldeed aan de eisen, er kwamen punten die ik moest verbeteren en we zouden bij het volgende gesprek gaan kijken of ik vooruit was gegaan.
Zo gezegd zo gedaan, een behoorlijke tijd daarna zaten we weer in een stoffig kantoortje, voorbij de receptie…
Wederom gleden dagen, weken en maanden voorbij waarbij bepaalde klachten aanwezig waren en toenamen.
Door het vele stilzitten werd ik onrustig en sprong ik zo nu en dan vanuit de stoel de lucht in omdat mijn energie zijn uitweg niet kon vinden.
Verder was ik erg impulsief, recalcitrant, prikkelbaar, humeurig, zeurderig en zat overal met mijn mond in.
Zoals al eerder beschreven dacht ik te weten wie ik was, een lolbroek, een stoer iemand die zich van niets of van niemand wat aantrok en zijn eigen ding kon doen.
Daarbij was inmiddels ook het punt gekomen dat ik dacht erg sociaal te zijn.
Dit leidde tot acties zoals heel hard over het terrein sprinten, waarna er mensen kwamen met de vraag of er iets aan de hand was.
Of heel stoer op een kast willen klimmen na een opmerking dat ze mij makkelijk op de kast konden krijgen.
Dit, omdat ik gauw kwaad zou worden.
Door mijn gedrag resulteerde dit ertoe dat ik op een plank ging staan die vervolgens helemaal inzakte met alle gevolgen van dien.
Door zulke acties kwamen daarom ook dikwijls problemen met de opdrachtgever.
Mensen die over mij zaten te praten en zelfs collega’s die achter mijn rug om liepen te kleppen.
Ook met bepaalde collega’s kwamen er confrontaties, omdat ik dacht alles beter te weten of de verkeerde dingen zei.
De klachten bleven, ze werden erger…
Ze werden zelfs zo erg dat ik depressief werd.
Ik zat al bij het GGZ en zij waren bang dat ik uit het leven zou stappen.
Doordat ik van huis uit Christelijk ben geloof ik dat er meer is tussen hemel en aarde.
Een hele tijd had ik mij met andere bezig gehouden waardoor ik na verloop van tijd witte schimmen ging zien.
Daarnaast voelde ik koude luchten, hoorde bepaalde geluiden en voelde me regelmatig behoorlijk angstig.
Feitelijk resulteerde dit ertoe dat ik naar een team ging die was gespecialiseerd in mensen met psychotische klachten…
Mijn baan bij die werkgever waar ik ook stage had gelopen verloor ik.
Nadat de drie halfjaarcontracten afgelopen waren moest ik alles inleveren.
Een schok, een diepe schok waar ik zelf grotendeels verantwoordelijk voor was geweest.
Tot op dat moment wist men nog niet wat ik mankeerde…
Die hele tijd zat ik al bij het team voor mensen met psychotische klachten.
Doordat ik veel vertelde en ze heel veel informatie verschafte zou ik ze achteraf op het verkeerde been hebben gezet.
Inmiddels zat ik er al anderhalf jaar voordat we een stap verder waren.
Na het woord klachtencommissie twee keer genoemd te hebben en mijn ongenoegen uit te hebben gesproken over het beleid binnen dat betreffende team, kreeg ik heel spoedig een diagnose…
Een diagnose die veel impact op mijn leven zou hebben.
Een diagnose die een duidelijke beperking aangeeft.
Een diagnose van Asperger, het Asperger Syndroom.
Nadat de diagnose ‘binnen’ was begon het pas echt.
Ik realiseerde mij, dat alles wat ik had bereikt, een illusie was.
Want, ik bleek helemaal niet zo stoer te zijn, niet sociaal te zijn, zoals ik een hele tijd had gedacht.
De denkbeelden die ik bezat bleken afgebroken te moeten worden.
Het zoeken van jezelf, naar je ware ik, was toen werkelijk begonnen.
Een zoektocht wat lang duurt en niet makkelijk zal zijn.
Helaas komt ook hierbij weer de dubbelzinnigheid naar voren, want toch, toch blijkt het vinden van jezelf een ware opgave en een avontuur op zich.
Sinds de diagnose is gesteld aan het eind van 2009, zijn er veel tastbare feiten veranderd.
De eigenschappen die ik dacht te bezitten zijn in sommige gevallen wel aanwezig of juist niet, of deels en, op sommige momenten wel en niet.
Sociaal en spontaan blijk ik niet altijd te zijn, stappen blijkt niet echt mijn grootste hobby, teveel mensen om mij heen hebben blijkt ook niet alles en als er teveel taken in één keer moeten gebeuren dan raak ik gespannen.
Daarnaast blijkt het vinden rust en regelmaat een belangrijk speerpunt te zijn, iets waar ik toch ontzettend moeite mee heb.
Helaas erkennen veel mensen niet het dat ze van suiker en chocolade hyperactief kunnen worden, toch blijkt dit wel zo te zijn.
Dit hyperactief gedrag blijkt ervoor te zorgen dat ik weer gauw overprikkeld raak en ook erg chagrijnig en kwaad uit de hoek kan komen.
Alle dingen, die ik dacht te bezitten bleken in sommige mate ook wel te kloppen.
Toen ik op de middelbare school zat, wilde ik ook wel graag de beveiliging in omdat ik wist dat men veel alleen moest werken.
Het punt was ook altijd dat ik graag alleen wilde zijn omdat ik dit vanuit mijn jeugd gewend was.
Tijdens mijn vervolgopleiding ging ik met mensen mee die mij opsleeptouw namen.
Uitgaan, stappen, mee naar feestjes en elkanders verjaardagen bezoeken.
Hierdoor kwam het dus dat ik dacht erg sociaal te zijn…
Wanneer ik achteraf terugkijk heb ik nooit geweten wie ik was, althans niet bewust.
Sinds er een onzichtbare stempel op mijn hoofd staat, lijken veel dingen op een plek te vallen.
De puzzelstukjes komen op de juiste plaats waardoor de dingen duidelijker lijken te zijn.
Daarom had ik misschien eerder naar mezelf moeten luisteren en niet zo ontzettend eigenwijs moeten zijn…
Toch blijkt uit alles, uit het bovenstaande verhaal dat het heel dubbelzinnig is.
Er lijkt bijna geen touw aan vast te knopen waardoor mensen geen hoogte van mij kunnen krijgen.
Iets wat ontzettend moeilijk is en weer leidt tot eenzaamheid, terwijl ik ook heel graag alleen wil zijn…
Eigenlijk kan de conclusie getrokken worden dat ik 22 jaar heb moeten wachten op een diagnose, het heeft voor veel ellende gezorgd terwijl het me ook heeft gevormd tot ‘wie ik nog mag zijn of mag worden’.
Kortom… ik zal het moeten accepteren want er verandert helemaal niets aan.
Geschreven door Jan v.d. Meul