Dit is een tijdelijke pagina. Er wordt ondertussen gewerkt aan een nieuwe website.

DSM-IV criteria voor de Stoornis van Asperger

DSM-IV criteria voo der Stoornis van Asperger

Hoofdcategorie: Stoornissen die meestal voor het eerst
op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in de adolescentie gediagnosticeerd
worden.
Subcategorie: Pervasieve ontwikkelingsstoornissen

299.80 Stoornis van Asperger
(Asperger’s Disorder)

A. Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie,
zoals blijkt uit ten minste twee van de volgende:

(1) duidelijke stoornissen in het gebruik van veelvoudig
nonverbaal gedrag zoals oogcontact, gelaatsuitdrukking, lichaamshoudingen
en gebaren om de sociale interactie te bepalen.
(2) er niet in slagen met leeftijdgenoten tot bij het
ontwikkelingsniveau passende relaties te komen.
(3) tekort in het spontaan proberen met anderen plezier,
bezigheden of prestaties te delen (bijvoorbeeld het niet laten zien, brengen
of aanwijzen van voorwerpen die van betekenis zijn)
(4) afwezigheid van sociale of emotionele wederkerigheid.

B. Beperkte, zich herhalende en stereotiepe patronen
van gedrag, belangstelling en activiteiten zoals blijkt uit tenminste
één van de volgende:

(1) sterke preoccupatie met een of meer stereotiepe en
beperkte patronen van belangstelling die abnormaal is in ofwel intensiteit
of aandachtspunt
(2) duidelijke rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele
routines of rituelen
(3) stereotiepe em zich herhalende motorische maniëerismen
(bijvoorbeeld fladderen of draaien met de hand of vingers of complexe
bewegingen met het hele lichaam)
(4) aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen

C. De stoornis veroorzaakt in significante mate beperkingen
in het sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere
belangrijke terreinen.

D. Er is geen significante algemene achterstand in taalontwikkeling
(bijvoorbeeld het gebruik van enkele woorden op de leeftijd van twee jaar,
communicatieve zinnen op de leeftijd van drie jaar).

E. Er is geen significante achterstand in de cognitieve
ontwikkeling of in de ontwikkeling van bij de leeftijd passende vaardigheden
om zichzelf te helpen, gedragsmatig aan te passen (anders dan binnen sociale
interacties) en nieuwsgierigheid over de omgeving.

F. Er is niet voldaan aan de criteria van een andere
specifieke pervasieve ontwikkelingsstoornis of schizofrenie.

Gerelateerde berichten