Dit is een tijdelijke pagina. Er wordt ondertussen gewerkt aan een nieuwe website.

Werkdefinitie Autisme

Een simpelere omschrijving van wat autisme is, zoals deze gehanteerd wordt door de Nederlandse Vereniging Autisme.

Waarschuwing: In diagnostische criteria staan
symptomen beschreven die iedereen wel eens heeft. Er is pas echt sprake
van een bepaalde stoornis als die symptomen gedurende het gehele leven aanwezig
zijn, en in een mate die het functioneren op bepaalde gebieden belemmert.
Slechts een deskundige met ervaring die deze symptomen bij mensen kan herkennen
is bevoegd om de diagnose te stellen. Gebruik deze lijsten met criteria
dan ook nooit om jezelf, of iemand uit je omgeving, een bepaalde stoornis
toe te schrijven.

De werkdefinitie gaat over autisme in ruime zin, dus inclusief de aan autisme
verwante stoornissen.

Onder personen met een ‘autistische stoornis’ worden verstaan personen,
van wie de ontwikkeling verstoord verloopt of verlopen is op grond van:

  1. een stoornis in het sociale contact, met name in de sociale wederkerigheid.
    De aard van deze contactstoornis kan heel verschillend tot uiting komen.
    Sommige personen zijn heel passief en nauwelijks betrokken bij de hen omringende
    wereld, terwijl anderen geen afstand bewaren en vaak op een bizarre claimende
    wijze iemands aandacht opeisen. Bovendien is zowel het inzicht in wat anderen
    voelen en denken als het doorzien van sociale situaties zeer beperkt.
  2. een stoornis in de verbale en non-verbale communicatie
    Sommige personen spreken in het geheel niet, anderen zijn misleidend
    welbespraakt, met alle mogelijke tussenvormen. Het blijft echter
    voornamelijk eenrichtingsverkeer. Mimiek en gebarentaal is voor hen
    moeilijk te begrijpen en kan een bron van verwarring vormen.
  3. een stoornis in het verbeeldingsvermogen
    Deze stoornis (zich onvoldoende iets kunnen verbeelden/voorstellen en er
    betekenis aan kunnen verlenen) kan zich uiten in o.a. een totaal gebrek
    aan verbeelding, invoelingsvermogen, maar ook in een teveel aan fantasie,
    waar het individu zich in verliest.
  4. een opvallend beperkt repertoire van interesses en activiteiten
    Het individu heeft slechts oog voor enkele objecten, onderwerpen of activiteiten
    (bijvoorbeeld draaiende wieltjes, treinen of het openen en sluiten van deuren).
    Hij kan hier zo door in beslag genomen of geobsedeerd worden dat hij veel
    te weinig interesse in andere zaken heeft, waardoor de ontwikkeling ernstig
    wordt belemmerd, en zijn isolement toeneemt.

Gerelateerde berichten